Gemeentelijk beleid

In de woonvisie van een gemeente wordt het gemeentelijk beleid over wonen en zorg vormgegeven. In de prestatieafspraken staan concrete afspraken over doelstellingen. Prestatieafspraken over wonen en zorg gaan bijvoorbeeld over het aantal huurwoningen dat geschikt is voor ouderen en gehandicapten, de betaalbaarheid daarvan, nieuwbouw- en herstructureringsplannen.

Vanaf 1 juli 2015 zijn huurdersorganisaties volwaardige partij bij het maken van gemeentelijke prestatieafspraken. Over woonruimteverdeling worden vaak afzonderlijke afspraken gemaakt in een (gemeentelijke of regionale) huisvestingsverordening.

Steeds meer huurdersorganisaties nemen deel aan het overleg over de woonvisie, prestatieafspraken en woonruimteverdeling. Voordat u als huurdersorganisatie met de gemeente gaat overleggen is het belangrijk om vanuit huurdersperspectief de bestaande situatie in kaart te brengen.

  • Hoe geschikt is het huidige woningbestand in de gemeente of regio voor senioren?
  • Welke diensten en zorg worden er geleverd?
  • Wat is er al gedaan om het mensen mogelijk te maken om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen?

Het is een goed idee om hierin samen te werken met andere betrokken partijen die ervaring hebben van wonen en zorg, zoals lokale organisaties van ouderen en gehandicapten, Wmo-raden en cliëntenorganisaties van zorginstellingen. In de bijlage vindt u vragen die u kunnen helpen bij het inventariseren van knelpunten.

Woonvisie

De gemeente legt de hoofdlijnen van het gemeentelijk huisvestingsbeleid vast in de woonvisie. De hoofdlijnen van beleid voor zorg en welzijn staan in het Wmo-beleidsplan. Sommige gemeenten verbinden woonvisie en WMO-beleidsplan met elkaar, maar meestal zijn het twee losstaande documenten die in aparte trajecten tot stand komen. Het is daarom belangrijk om samenhang te stimuleren. Dat betekent dat in de woonvisie aandacht is voor zorg en dat in het WMO-beleidsplan aandacht is voor wonen.

Politieke partijen spelen een belangrijke rol in de besluitvorming. U doet er verstandig aan om niet alleen te overleggen met ambtenaren, maar ook met politici, zoals de verantwoordelijke wethouder(s) en leden van de gemeenteraad. Zij nemen uiteindelijk de beslissingen. Maak hen duidelijk welk belang er op het spel staat voor bewoners en welke wensen er leven. Spreek de partijen aan op hun verantwoordelijkheid voor een goed beleid en geef hen daarvoor de ideeën en mogelijke oplossingen.

Prestatieafspraken

Prestatieafspraken op lokaal niveau zijn een goede manier om doelstellingen uit de gemeentelijke woonvisie om te zetten in concrete plannen. Hiermee wordt daadwerkelijk resultaat bevorderd. Bij het opstellen van lokale prestatieafspraken zijn drie partijen betrokken: de gemeente, de woningcorporaties en de huurdersorganisaties. Over de volgende onderwerpen zouden in ieder geval afspraken gemaakt moeten worden:

  • Voldoende aanbod van woningen die geschikt zijn voor ouderen en gehandicapten;
  • Nieuwbouwprojecten en aanpassing van bestaand vastgoed;
  • Betaalbaarheid van de woningen;
  • Stimuleren en ondersteunen van bewonersinitiatieven;
  • Goede informatievoorziening.

De inzet van financiële middelen door de verschillende betrokken partijen kan ook onderdeel zijn van de prestatieafspraken. Daarnaast is het goed om afspraken te maken over de manier waarop de gemeente omgaat met wensen en verzoeken van bewoners over de inrichting van hun buurt. Bijvoorbeeld als buurtbewoners gezamenlijk een verzoek indienen voor een betere inrichting van de openbare ruimte voor rollators, met aflopende stoepen en bankjes langs een veelgebruikte wandelroute naar een winkelcentrum.

Als huurdersorganisatie hebt u op basis van de Overlegwet (Wet op het overleg huurders verhuurder) adviesrecht over de inzet van de corporatie bij het maken van afspraken met de gemeente. U kunt de corporatie dus adviseren over prioriteiten. Verder kunt u aandacht vragen voor procesafspraken, waarbij de betrokkenheid van bewoners en hun organisaties wordt vastgelegd. Bijvoorbeeld bij wijkvernieuwingsprojecten, bij nieuwbouw, bij buurtgerichte plannen voor verbetering van de leefbaarheid en de sociale veiligheid, en bij het 'opplussen' van woningen (het geschikt en toegankelijk maken van woningen voor bewoners met beperkingen, waaronder ouderen).

Woonruimteverdeling

De Huisvestingswet maakt het gemeenten mogelijk om regels op te stellen over de verdeling van goedkope woonruimte. Specifiek voor ouderen geschikte woningen kunnen daar ook onder vallen. Opstellen van regels over woonruimteverdeling is niet verplicht. In krimpgebieden bijvoorbeeld, waar voldoende woningen aanwezig zijn, ligt het ook niet voor de hand. Maar in gebieden waar woningen schaars zijn, kunnen gemeenten bepalen hoe woonruimte wordt toegewezen aan specifieke doelgroepen en dit in een gemeentelijke verordening vastleggen. Bij schaarste kan een gemeente in een huisvestingsverordening categorieën woningen benoemen die specifiek voor senioren geschikt zijn en deze vervolgens met voorrang toewijzen aan woningzoekenden die tot deze groep behoren. Gemeenten kunnen ook een urgentieregeling opnemen in de huisvestingsverordening. Een urgentieregeling stelt duidelijke regels over wie urgent is en voorkomt willekeur. Als gemeenten daarvoor kiezen moeten in ieder geval ook woningzoekenden die mantelzorg verlenen of ontvangen opgenomen worden als urgentiecategorie.